Sinds de jaren zestig is het aantal sterfgevallen door baarmoederhalskanker door de populariteit van screening aanzienlijk gedaald. In de Verenigde Staten is baarmoederhalskanker de 1960e meest voorkomende doodsoorzaak door kanker. De verwachting is dat er in 18 13,240 nieuwe gevallen zullen zijn, waaronder 2018 doden. De meeste sterfgevallen als gevolg van baarmoederhalskanker komen voor bij mensen die niet voldoende zijn gescreend. Vrouwen in gemeenschappen met lage inkomens, vrouwen van kleur en vrouwen die in afgelegen of landelijke gebieden wonen, vormen deze sterfgevallen die verband houden met baarmoederhalskanker.
De United States Preventive Services Task Force (USPSTF) doet nieuwe aanbevelingen voor screening op baarmoederhalskanker en biedt vrouwen meer testopties. De grootste verandering is dat vrouwen in de leeftijd van 30-65 jaar ervoor kunnen kiezen om cervicale uitstrijkjes volledig achterwege te laten. Nieuw bewijs toont aan dat het humaan papillomavirus (HPV) seksueel overdraagbaar is en bijna alle baarmoederhalskanker wordt veroorzaakt door HPV. HPV veroorzaakt veranderingen in cervicale cellen, wat kan leiden tot baarmoederhalskanker. Vrouwen van 30-65 jaar kunnen ervoor kiezen om elke vijf jaar een HPV-test te laten doen om op baarmoederhalskanker te screenen, in plaats van elke drie jaar een baarmoederhalsuitstrijkje te laten maken. Vermijd onnodige tests. Zo worden extra kosten en meer vervolgproblemen vermeden. Dit is de eerste keer dat een afzonderlijke HPV-test wordt aanbevolen om op baarmoederhalskanker te screenen, en deze test wordt aanbevolen ongeacht seksuele voorgeschiedenis. Maar Bruder voorspelt dat Pap-uitstrijkjes niet snel zullen worden vervangen.
In het verleden was de aanbeveling voor vrouwen van deze leeftijdsgroep een baarmoederhalsuitstrijkje, ook wel exfoliatieve cytologie genoemd, een uitstrijkje om de drie jaar of gecombineerd met een HPV-test om de vijf jaar (co-testen). Vrouwen kunnen er nog steeds voor kiezen om deze methode te gebruiken om te screenen op baarmoederhalskanker. Voor vrouwen van 21-29 jaar wordt het nog steeds aanbevolen om elke drie jaar een uitstrijkje te laten maken. Het wordt niet aanbevolen voor vrouwen onder de 21 jaar omdat baarmoederhalskanker onder de 21 jaar zeldzaam is. Evenzo hoeven vrouwen die ouder zijn dan 65 jaar die adequaat zijn gescreend op baarmoederhalskanker, niet te worden getest. Degenen die ouder zijn dan 65 jaar en die 3 baarmoederhalsuitstrijkjes of 2 gezamenlijke onderzoeken hebben gehad, hebben geen nadelige resultaten, noch hebben ze de afgelopen 10 jaar nadelige resultaten gehad, en ze hoeven niet langer een screening op baarmoederhalskanker te ondergaan, zelfs als ze dat wel hebben gedaan. een nieuwe sekspartner. De nieuwe richtlijnen zijn alleen voor vrouwen die geen slechte testresultaten hebben. Mensen bij wie de diagnose zeer premaligne laesies of baarmoederhalskanker is gesteld, dienen hun arts te raadplegen om hun detectiemethoden te bespreken.