Het rapport van Kershena Liao van het Baylor College of Medicine in de Verenigde Staten geeft een beter inzicht in het proces van hoofd-halsoncologen die overwegen over te stappen op palliatieve zorg, wat kan helpen dit complexe proces te verbeteren en het behandelproces, de kwaliteit van leven en de gezondheid van patiënten te verbeteren. resultaat. Artsen overschatten vaak de negatieve impact van symptomen op de kwaliteit van leven van patiënten met hoofd-halskanker, omdat ze rekening houden met het klinische beloop van de patiënt. Voordat er communicatieproblemen optreden, wordt aanbevolen om de verwachtingen ten aanzien van de levenskwaliteit van patiënten zo snel mogelijk te bespreken. (Otolaryngol hoofd-halsoperatie 2016, doi: 10.1177/0194599816667712)
Veel factoren hebben de beslissing van hoofd-halskankerchirurgen beïnvloed om palliatieve zorg te verlenen aan patiënten met lokaal reseceerbare ziekte, en deze factoren zijn niet volledig begrepen. Voor chirurgen kan de palliatieve zorg niet continu en effectief worden uitgevoerd door het gebrek aan richtlijnen voor palliatieve zorg, wat ook zal leiden tot verwarring en pijnlijke ervaringen bij patiënten en hun families.
Deze studie analyseerde retrospectief hoe de hoofd-halskankerchirurgen de volgende factoren afwogen tijdens de specifieke klinische praktijk, waaronder: klinische factoren, persoonlijke interne en externe factoren, economische factoren en gezondheidszorgsystemen. Selecteer de literatuur met betrekking tot de hospice- en palliatieve zorgbeslissingen van hoofd-halsoncologen voor een speciale beoordeling en analyse.
De resultaten laten zien dat bij het overwegen van de verschuiving naar palliatieve zorg, het nog steeds onduidelijk is hoe hoofd-halsoncologen worden beïnvloed door de autonomie van patiënten en sociale ondersteuningssystemen. De mate van autonomie van de patiënt en de beslissingsrol van familieleden en zorgverleners moeten duidelijk worden besproken. De financiële en verzekeringsstatus van de patiënt is van invloed op de beslissing over hospicezorg. Meer onderzoek naar de klinische en ethische aspecten van deze beïnvloedende factoren is noodzakelijk.
De jongere leeftijd van de ziekte, de specialisatie van chirurgie (vergeleken met intensive care) en de werkervaring van universiteiten en/of tertiaire medische centra gaan allemaal gepaard met een grotere bereidheid om zich terug te trekken uit levensonderhoud. Meer onderzoek is nodig om te bepalen of hoofd-halsoncologen deze trends ook volgen.
Naast religieuze en morele overtuigingsfactoren belemmeren de emoties van de arts (zoals verdriet, zelfverwijt), de relatie met de patiënt en de onwil om de patiënt zijn wensen te ontnemen, de communicatie met betrekking tot palliatieve zorg. Hoofd-halskankerchirurgen moeten overwegen hoe deze emotionele factoren hun klinische beslissingen beïnvloeden en hoe ze op verantwoorde wijze met deze mogelijke vooroordelen kunnen omgaan.