In een recent interview vertelde Dr. Afsaneh Barzi, assistent-professor klinische geneeskunde aan het Norris Comprehensive Cancer Center van de Universiteit van Zuid-Californië, over bestaande en opkomende nieuwe adjuvante therapieën voor patiënten met niet-gemetastaseerde alvleesklierkanker.
Gemcitabine wordt standaard aan patiënten met alvleesklierkanker gegeven om de respons te beoordelen. Barzi zei echter dat de reactie van de patiënt op gemcitabine erg slecht was en dat veel patiënten geen operatie konden ondergaan. De LAPACT-studie onderzocht de combinatietherapie van gemcitabine en nab-paclitaxel (Abraxane). Tests tonen aan dat 36% van de alvleesklierkankerpatiënten op de behandeling reageert, en ongeveer 15% van de alvleesklierkankerpatiënten kan een chirurgische behandeling krijgen.
In addition, a meta-analysis of the FOLFIRINOX study of patients with locally advanced pancreatic cancer showed that approximately 28% of pancreatic cancer patients were able to undergo surgery. Barzi explained that as chemotherapy becomes more effective, the likelihood of resection increases. Therefore, the patient’s resection should be evaluated accordingly. Barzi concluded that although most patients may still not be eligible for surgery, it is still worth evaluating patients to find patients who can undergo surgery after neoadjuvant therapy.