Het overlevingspercentage van alvleesklierkanker is erg laag. In de afgelopen 40 jaar is het overlevingspercentage niet significant veranderd. Het vinden van effectieve behandelingen is een dringende uitdaging voor onderzoekers. Tamoxifen wordt al vele jaren gebruikt om borstkanker te behandelen omdat het oestrogeen remt om de groei van borsttumoren te stimuleren. Onlangs hebben studies aangetoond dat tamoxifen kan worden gebruikt om alvleesklierkanker te behandelen. Het onderzoeksteam bewees dat tamoxifen kan helpen de fysieke omgeving van tumorgroei bij muizen te veranderen, de ontwikkeling van littekenweefsel, ontsteking en immuunrespons te reguleren. De onderzoeksresultaten worden gepubliceerd in “EMBO Report”.
Alvleesklierkanker is, zoals de meeste solide tumoren, omgeven door een grote hoeveelheid bindweefsel. De stijve littekenachtige weefsels zijn als steigers rond tumoren. Ze blokkeren de afgifte van medicijnen door te voorkomen dat chemotherapiemedicijnen de tumor bereiken. Ze reguleren ook de groei en verspreiding van tumoren. De vorming van bindweefsel in alvleeskliertumoren wordt aangedreven door alvleesklierstellaatcellen (PSC's), die worden versterkt door de toepassing van fysieke kracht en hermodellering van de weefselstructuur.
Toen de onderzoekers het alvleeskliertumormodel van de muis bestudeerden, ontdekten ze interacties tussen cellen rond de alvleeskliertumor en bestudeerden ze ook hoe tamoxifen de fysieke omgeving rond de alvleeskliertumor veranderde. Tamoxifen heeft het vermogen om het bindweefsel rond PSC-sclerosetumoren te remmen en te voorkomen dat de omgeving verhardt. Tamoxifen reguleert de immuunrespons en kan de invasie en verspreiding van kankercellen remmen. Bovendien worden de cellen in de alvleeskliertumor blootgesteld aan heel weinig zuurstof, wat een beschermend mechanisme creëert: wanneer het zuurstofniveau daalt, geeft de cel een molecuul vrij dat hypoxie-induceerbare factor (HIF) wordt genoemd en dat kankercellen helpt te overleven onder omstandigheden. Maar tamoxifen kan de productie van HIF remmen, waardoor kankercellen vatbaarder worden voor lage zuurstofniveaus en meer kans hebben om te sterven. Maar dit werk wordt momenteel uitgevoerd op celkweek- en muismodellen, dus er is meer onderzoek nodig voordat het kan worden toegepast op menselijke patiënten.